Dick van den Brand
Net zoals zoveel buren bij u in de buurt, vraagt u zich af of het toch niet verstandig is om ook aan zonnepanelen te beginnen.
Daar kunnen verschillende redenen voor zijn: Zonnepanelen geven direct een vermindering van de CO2 emissie en u blijft er de hoge elektriciteitsprijzen (gedeeltelijk) mee de baas. U verwacht, zoals ook de installateur u zult voorrekenen, dat u de investering terugverdient. Door zonnepanelen in combinatie met een (hybride) warmte pomp aan te schaffen, zal uw gasverbruik afnemen.
U kunt kiezen voor eenvoudig of meer “hightech”; goedkoop of wat duurder maar met betere panelen en met meer garantie op de opbrengst.
Dit stuk gaat over de aanschaf en daarbij zaken waar u aan moet of kunt denken. U kunt ook besluiten het helemaal uit handen te geven: er zijn oplossingen bijvoorbeeld via de Rabobank die collectief en met door hen gegeven subsidie zonnepanelen plaatsen.
Er valt bij de aanschaf van zonnepanelen meer over te zeggen dan u misschien denkt. In dit stuk worden achtereenvolgens de volgende onderwerpen behandeld
- Keuze van het aantal panelen
- Iets over uw dak
- Iets over uw straat
- Waar u op moet letten bij het aansluiten van de panelen
- De omvormers
- Welke installateur
- De salderingsregeling
- Terugleveringsvergoeding
1 Het aantal panelen.
Afhankelijk van de kwaliteit en het merk paneel kan een paneel ongeveer 300-500 watt piekvermogen opleveren. De opbrengst per jaar hangt sterk af van de ligging van de panelen en ligt ongeveer 0.5 tot 1 maal het watt piekvermogen in kWh. Gemiddeld 250-425 kWh per paneel per jaar. De vraag wat de ideale plaatsing is, is nog niet zo eenvoudig te beantwoorden. Puur zuid onder een hoek geeft de meeste garantie op een hoge (piek) opbrengst. Als men echter voorsorteert op het verdwijnen van de salderingsregeling, is een meer constantie opbrengst over de dag te prefereren: een aantal panelen met eigen omvormer op west en hetzelfde op oost. Ideale omstandigheid is verder dat er geen bomen of een gebouw tussen de zon en de panelen staan. Het zal niet verbazen dat meestal zo’n ideale plaatsing niet mogelijk is. Ik ken een voorbeeld waar er 36 panelen met een opbrengst van ruim 300 piekwatt per stuk op een dak liggen maar dat dak staat puur op oost; de jaar opbrengst is “maar” 6000 kWh. Tja ‘s morgens kan het zonnetje op die panelen schijnen maar na 12 uur staat de zon in het westen en brengen deze panelen veel minder op. Puur op zuid verwacht ik met zo’n “elektriciteitscentrale” dan een bijna dubbele opbrengst. De installateur heeft meestal een rekentool en zal u bij benadering een opbrengst voor uw aanbevolen set panelen per jaar geven op het stuk dak dat u er voor aanwijst.
Als u een plekje op dat dak heeft waar een paar panelen idealer liggen dan een andere plek, maar waar bijvoorbeeld veel meer panelen kunnen liggen, loont het de moeite te kijken hoe dat prijstechnisch gelet op opbrengst uitpakt. Immers bij optie 1 bent u bij ongeveer gelijke opbrengst klaar met veel minder panelen en een belangrijk deel van de kosten wordt bepaald per paneel. U kunt in dit voorbeeld ook besluiten om het beide te doen, maar dan loopt u wel aan bij de omvormerkwestie daarover straks meer. Voor nu alvast: op één omvormer (zonder optimisers) geplaatst zal een set panelen een opbrengst geven gelijk aan de opbrengst van het slechtst geplaatste paneel maal het aantal panelen. Dit betekent verlies maar dat is te ondervangen, lees daarvoor het stukje tekst over omvormers.
Nog steeds is daarmee de vraag van hoeveel panelen u het beste aan kunt schaffen niet beantwoord. Mogelijk is de ruimte op het dak daarbij leidend. U bent daarmee beperkt in aantal panelen. Die mensen zou ik wel aanraden dan maar voor wat duurdere panelen te gaan met een hoger WP vermogen. Enfin, als er geen bottleneck zit in de ruimte die u heeft, dan geef ik u nog de volgende overwegingen mee:
U kunt kijken naar uw huidige en toekomstige elektriciteitsverbruik: Uitgaande van bijvoorbeeld een standaardsituatie waar uw verbruik 2000-3000 KWh bedraagt betekent de aanschaf van een hybride warmtepomp grofweg nog een keer deze consumptie en een oplaadpunt voor een aangeschafte elektrische auto nog een keer eenzelfde extra verbruik.
Toch is het niet zo dat dat verbruik nu of in de toekomst alles bepalend is voor de gewenste opbrengst. Dat zit zo: uw panelen leveren alleen elektriciteit als het licht is De meeste stroom die u gebruikt, zit nu juist in de avonduren en in de winter een periode waar de zonnepanelen door een veel lagere zonstand het minder goed doen. Daarom zal een behoorlijk deel van de zonnestroom teruggegeven worden aan het elektriciteitsnet. Hiervoor is de zogenaamde salderingsregeling uitgevonden: daarbij verkoopt en koopt u stroom meestal (dat hangt af van uw leverancier van stroom) tegen gelijke kostprijs. Mooi, maar op lange termijn niet houdbaar: u zult begrijpen dat uw stroom wel door een net heen moet en weer moet worden gedistribueerd. Bovendien wordt de zonnestroom niet opgeslagen. De stroom die u in de winter of ‘s avonds verbruikt, wordt op papier wel gesaldeerd met uw zonnepanelen, maar komt in de praktijk uit een gascentrale of van windmolens etc. Kort en bondig deze salderingsregeling gaat verdwijnen. Dat duurt nog even: pas geleden is nog afgesproken dat tot en met 2024 de salderingsregeling blijft bestaan, maar dan wordt deze afgebouwd en is in 2031 weg. In die situatie betaalt u wel het volle pond van afgenomen stroom en krijgt u maar een gedeelte terug voor uw opgewekte stroom. Ik heb het voor een situatie eens uitgerekend: een set panelen die 3000 kWh opwekt (ongeveer 10 panelen van 350Wp) levert nu nog bij een prijs van 50 cent per kWh 1500 euro per jaar op. Straks als de salderingsregeling weg is, mag je op maar een deel van dat bedrag rekenen. Als u echt uw best doet om de stroomconsumptie naar “zonnepaneeltijd” te verhuizen, is 50% eigen gebruik wellicht haalbaar, voor de overige opbrengst van uw panelen krijgt u nog maar een fractie van de kostprijs terug: nog geen 100 euro per jaar. Totaal dan nog 850 euro per jaar besparing op uw kosten. Mogelijk kan dit deels in de toekomst worden ondervangen door uw niet direct gebruikte stroom tijdelijk op te slaan in accu’s. Het gaat voor dit stuk te ver daar op in te gaan. Accu’s met een dergelijke vermogen zijn duur en er worden grondstoffen voor gebruikt die op bedenkelijke wijze worden gewonnen. Ik ben er persoonlijk geen voorstander van dat alles voor de klimaatdoelstelling moet wijken.
Over de salderingsregeling valt nog veel meer te zeggen, daarom heb ik daar zelfs twee aparte hoofdstukken voor geschreven, waar ik voor nu verder naar verwijs.
Uit het bovenstaande kunt u nu al echter opmaken dat het niet perse voordelig is om maar zo’n groot mogelijk aantal panelen te laten plaatsen: hoe meer u daar zelf niet van gaat gebruiken hoe lager nu al en zeker straks na de salderingsregeling de gemiddelde opbrengst in euro’s zal zijn. Ik kan mijn eigen afweging daarbij als voorbeeld geven: ook al ga ik uit van een verbruik van ruim 6500 kWh per jaar, ik laat maar voor 4800 KWh aan panelen op het dak leggen.
2 Uw dak
Het maakt voor uw beslissing en handelen uit wat voor dak u heeft.
Zijn het dakpannen, een plat dak met bitumen of een metalen gefelst dak. Je kan alle varianten vinden in Kloosterveen.
Het algemene advies is uw verzekeraar wel door te geven dat u die panelen gaat plaatsen. Ik kom nog terug op garantievoorwaarden van de installateur die er toe doen maar het kan geen kwaad om te horen wat uw verzekeraar betekenen kan bij stormschade en brand.
Voor het meest gebruikte dak die met de dakpannen geef ik het advies om stil te staan bij brandgevaar doorgaans liggen die pannen op een houten skelet dak en brand waarbij het dak vollicht met zonnepanelen is toch even iets anders dan dat ze er niet op liggen. Daar komt bij dat de zonnepanelen zelf brand kunnen veroorzaken.
Voor het platte dak: vaak ligt onder de bitumen-laag een laag isolatie, zonder meer zal de installateur u een constructie adviseren waarbij die panelen want schuin komen te liggen. Houdt er rekening mee dat dan door de bitumen die uw dak waterdicht houden heen een constructie komt om de panelen op hun houderts vast te zetten. Worden de panelen los op het dak in een soort rek geplaatst dan zijn die panelen niet verzekerd in de opstalverzekering.
Voor het metalen fels dak, een dak wat ik zelf heb, geef ik twee adviezen. Laat u vergewissen dat men de juiste klemmen gebruikt om de panelenrails vast te zetten dat moet met speciaal daarvoor ontwikkelde klemmen want de fels mag niet doorboord worden of beschadigen. Zo gemonteerd dat de panelen ook onder de ruwste weersomstandigheden vast blijven zitten. Mijn tweede advies gaat over galvanisch scheiden. Het fels dak, vaak ijzer dat verzinkt is, werkt in op een klem die van aluminium is. De meest onedele metaalsoort wordt “opgegeten: we gebruiken dit elektrolytisch fenomeen bij kathodische bescherming maar in dit geval komt het slecht uit. Zorg daarom voor een isolatie tussen klem en fels; nog een reden om de fels (en zeker niet het zink laagje dat zonder meer al bedoeld is om corrosie -is roest- te voorkomen) te beschadigen.
3 Houdt uw straat in de gaten
Misschien heeft u het gelezen, maar de capaciteit van ons elektriciteitsnet kent zijn grenzen. Door al die zonnepanelen zal met flinke zon er heel veel stroom op het net terugvloeien, zoveel dat daardoor plaatselijk de spanning zal stijgen. Normaal is een spanning van 230 volt maar er zijn wijken (planetenbuurt) waar op een zonnige dag de spanning al boven de 245 volt zit; in mijn straat hier op de stedewaarts meet ik 240 volt. Niet goed voor onze dure elektrische apparatuur… vandaar dat de netbeheerder teruggegeven zonnepaneel stroom afschakelt als de spanning boven 250 volt komt. Iets dat in de Houtlaan in Assen soms al gebeurt. Het verdient daarom aanbeveling om voor dat u het zonnepaneel-avontuur aangaat, te laten meten wat de spanning is op de fase (er zijn er 3) waar uw huis op aangesloten is. Krijgt u niet 1 maar alle 3 de fasen in huis (R, S en T genoemd) dan is het niet moeilijk te raden waar dan de zonnepaneel groepen op aangesloten moeten worden!
U kunt de buren in de straat weer wel goed gebruiken om eens in de zoveel tijd, zeg elke twee jaar, de panelen te laten schoonmaken. Met zijn allen een hoogwerker een dag huren, is wel zo voordelig.
4 Het aansluiten van de panelen
Een set panelen die meer dan 3500W kunnen leveren, moeten op minstens 2 groepen worden aangesloten doorgaans is de gezekerde waarde van een groep 16A. Als u hier niet op let, dan levert de set niet de maximale stroom.
5 De omvormers
Een zonnepaneel levert zogenaamde gelijkspanning maar we gebruiken vanuit het net wisselspanning bij 230 volt. We moeten dus de zonnepaneelstroom omvormen. Er zijn verschillende systemen: Alle stroom in één keer door 1 omvormer’. Of de stroom van sets panelen die ongeveer gelijk zullen presteren door 1 omvormer, dus dan zijn er voor elk set gelijk leverende panelen even zo veel omvormers nodig. De installateur noemt dit parallel ipv in serie schakelen. De derde optie is elk paneel zijn eigen omvormer: de zgn. micro-omvormer, waarbij elk paneel helemaal zelfstandig 230 volt wisselspanning levert. Je kunt echter ook gebruik maken van zogenaamde optimizers die er per paneel voor zorgen dat de panelen die verschillend op de zon liggen toch door 1 omvormer kunnen zonder dat je opbrengst verliest. In deze volgorde gaat de investering van goedkoop naar duur, maar de mogelijkheden en de effectiviteit gaat naar maximaal. Mocht u verder in de toekomst uw aantal panelen toch willen uitbreiden, of denkt u aan tijdelijke opslag in een accu of uw elektrische auto buiten, dan is de micro-omvormer het meeste toekomst gericht.
6 Welke installateur
Dit stuk wordt geen reclame praatje. Maar op een paar dingen kan ik weer wel wijzen: bent u het type (zoals ik) die alles in eigen hand wil hebben en die daardoor meer vertrouwen heeft niet in valkuilen te stappen, dan benadert u zelf een aantal installateurs. Elke installateur heeft zijn eigen voorkeur voor panelen. Het is uw beslissing of de panelen die de installateur wil plaatsen ook uw voorkeur hebben. Voorkeur voor Chinese panelen of voorkeur voor bijvoorbeeld meestal wat duurdere Westerse panelen. Een erkend installateur heeft het alleenrecht voor een bepaalt soort panelen. De kwaliteit van panelen verschilt: vergelijk tenminste de gegeven garantieperiode en de degradatie (werkzaamheid) over de tijd. “Google ook eens of er iets over de panelen staat beschreven. Vergelijk verder de gegeven garantie van de installateur. Gaat het om garantie over de gehele installatie (systeemgarantie) hoe zit het met de garantie op omvormers en panelen?
Een maat die wel gebruikt wordt om prijzen te vergelijken is de zogenaamde prijs per eenheid van piekvermogen: voor elke “piekwatt” betaal je meestal tussen de 1 en 2 euro. Pas op dat die piekwatt dan wel eerlijk is berekend: het kan zo zijn dat bij micro-omvormers je nooit het op het paneel aangegeven piekvermogen haalt! Maar gelet op het bovenstaande blijft het verstandig er naast zo’n kille prijsvergelijking toch de reviews van de installateur bij te betrekken, en zoals genoemd de garantie en de degradatie van de panelen. Een andere afweging is of de installateur een lokaal bedrijf is (het devies: koop lokaal) ook handig als u de installateur onverhoopt later nog nodig heeft. Veder kan een afweging de levertijd zijn. Bedenk dat als u bijvoorbeeld in maart heeft besloten om zonnepanelen aan te schaffen, drie maanden wachttijd t.o.v. 5 maanden wachttijd juist in die zomermaanden u een paar honderd euro in stroomopbrengst kan schelen.
Ga met de installateur na wie u moet informeren over uw panelen (veelal uw verzekeraar en de leverancier van energie) voorts hoe u de BTW kunt terugvragen. Sommige installateurs nemen hier deels voor u het werk uit handen.
Tot slot kunt u misschien met vrienden in de buurt wel een collectieve deal aangaan dat kan uiteraard korting opleveren.
7 De salderingsregeling
Als sluitstuk iets over de salderingsregeling. Eerder is al verklaard dat de regeling bedoeld is om de aanschaf van zonnepanelen aantrekkelijker te maken. Grofweg wordt uw stroomgebruik verrekend met wat u gebruikt minus wat u heeft opgewekt maar wat u opwekt mag niet meer zijn dan wat u gebruikt (alhoewel stroom die u opwekt en gelijk gebruikt “achter de meter en buiten deze “grofweg-regel” blijft). Levert u meer stroom dan u gebruikt, dan geldt ook nu al de zgn. terugleververgoedingdaarover in het volgende hoofdstuk meer. De salderingsregeling voor stroom die u nu wel terug levert (binnen de grens van het eigen stroomverbruik) gaat echter wel veranderen. Vanaf 2024 wordt deze afgebouwd om in 2031 geheel te zijn verdwenen daardoor krijgt u steeds minder terug voor uw niet direct gebruikte stroom. Het verschil tussen salderen en de terug leververgoeding (die straks -in 2031- dus voor alle terug-geleverde stroom van kracht wordt, is op het moment wel een factor 10. Dat komt ondermeer omdat u op stroom flink belasting betaald en u deze met de huidige salderingsregeling niet hoeft te betalen. Als concreet doorgerekend voorbeeld: een kWh die u afneemt, kost bij Essent momenteel ongeveer 55 cent, terwijl de kWh die u netto terug levert minder dan 5.5 eurocent opbrengt. Met de huidige salderingsregeling kunt u echter de dure stroom die u afneemt, nog steeds in de meeste gevallen wegstrepen tegen de stroom die u terug levert. “in de meeste gevallen”: lees daarvoor het laatste hoofdstuk 8
8. De vergoeding van terug geleverde stroom verschilt fors per energieleverancier
Iedere energieleverancier bepaalt zelf hoe zij omgaan met de saldering en de hoogte van de terug geleverde stroom. Dit speelt met name een rol als u een slimme (of dubbele) meter heeft en/of als u netto meer terug levert dan dat u verbruikt. De verschillen kunnen flink oplopen per energieleverancier. De grootste verschillen zitten in:
- De vergoeding die u ontvangt voor netto terugleveren dat kan variëren tussen de 5 ct en 11 ct per kwh.
- De wijze waarop gesaldeerd wordt. Sommige leveranciers salderen met uw totaal verbruik, terwijl anderen dat per “piekperiode” en dalperiode” apart doen.
Kortom, afhankelijk van wie uw leverancier is, leveren uw zonnepanelen mogelijk meer of minder op dan die van de buren.
Een goed overzicht is te vinden op de website van de energie vergelijkers. Bijvoorbeeld: